Provincies gaan regie voeren bij extern salderen
24 april 2020
Provincies krijgen de regie in handen bij extern salderen. Dat blijkt uit de brief die landbouwminister Carola Schouten vanmiddag naar de Tweede Kamer stuurde.
Zo moet een initiatiefnemer (zowel publiek als privaat) bij extern salderen zich vooraf melden bij de provincie over een voorgenomen aankoop. Provincies kunnen zo op transparante wijze een aankoop afwegen in het licht van de gebiedsgerichte aanpak, aldus de minister in de Kamerbrief. Provincies krijgen ook de ruimte om in het kader van de gebiedsgerichte aanpak een vergunningaanvraag met extern salderen eventueel toe te kennen of af te wijzen.
Om ongewenste effecten zoals leegstand te voorkomen, wil Schouten bijvoorbeeld sloop of herbestemming als voorwaarde voor extern salderen stellen. De minister wil hiermee, net als de provincies, ook het speculatief opkopen van stikstofruimte voorkomen. ‘Daartoe is in de provinciale beleidsregels opgenomen dat een directe samenhang dient te bestaan tussen het intrekken van de vergunning van de saldogever en de vergunningaanvraag van de saldo-ontvanger. Bovendien is in de provinciale beleidsregels, de saldo-ontvanger gebonden aan een realisatietermijn van drie jaar.’
Schouten vindt het belangrijk om vrijvallende stikstofruimte, die ontstaat omdat bij extern salderen niet alle ruimte benut zal worden door de saldo-ontvanger, zo efficiënt mogelijk in te zetten. Daartoe werkt zij de mogelijkheid uit om vrijvallende ruimte bij extern salderen ook in te zetten voor het legaal houden van de meldingen. Ook werkt de minister aan een structureel systeem om deze vrijvallende stikstofruimte op hexagoon-niveau efficiënt in te zetten, bijvoorbeeld via een depositiebank die voor alle sectoren, waaronder de landbouw, beschikbaar is.
Provincies en nationale overheid gaan maandelijks de effecten van extern salderen onderling bespreken en waar nodig bijsturen, waarbij wordt gekeken in welke mate de ongewenste effecten zich voordoen en bezien hoe extern salderen past binnen de gebiedsgerichte aanpak. Na een half jaar maken provincies en de minister een tussenbalans op en sturen waar nodig bij. Bovendien wordt de regeling om te beginnen voor één jaar opengesteld, waarna op basis van een grondige evaluatie van de omvang en de effecten wordt besloten of de regeling wordt verlengd. Voor de zomer maakt de minister, samen met de bevoegde instanties, duidelijk op welke manier en op welk moment extern salderen met veebedrijven wordt opengesteld.
Om onzekerheid rondom beweiden en bemesten en voor melders zoveel mogelijk weg te nemen, wil het ministerie van LNV en de provincies beweiden en bemesten niet vergunningplichtig maken. ‘Voor een goede bedrijfsvoering zijn beweiden en bemesten noodzakelijk. Deze lijn zullen wij inbrengen in de verschillende procedures die de komende maanden zullen plaatsvinden’, stelt Schouten in de Kamerbrief. Rijk en provincies hebben afgesproken voorlopig niet actief te zullen handhaven.
Verleasen van stikstofruimte hoort binnenkort tot de mogelijkheden. Hierdoor kan aan activiteiten met een tijdelijke en relatief beperkte stikstofdepositie een vergunning worden verleend.
Het nieuwe maatregelenpakket telt op tot cira 5,1 miljard euro in de periode tot en met 2030. De tabel hieronder laat de verdeling van het geld zien per maatregel.
De structurele aanpak werkt door in provincies en wordt voor een deel gebiedsgericht ingevuld. Deze gebiedsgerichte aanpak bestaat, naast maatregelen om de natuur te herstellen, uit nationale stikstofreductiemaatregelen die het Rijk neemt en gebiedsgericht worden geïmplementeerd en uit maatregelen die decentrale overheden nemen om stikstofreductie in regio’s te realiseren. Het is volgens Schouten van belang dat deze beide soorten maatregelen binnen de gebiedsgerichte aanpak zo worden ingezet dat deze optimaal uitwerken op de verbetering van de natuur in een bepaald gebied.
Het pakket aan nationale bronmaatregelen kan per gebied anders uitpakken. Dat maakt dat de gebiedsgerichte aanpak maatwerk is. In een ander deel van de gebieden zal, ondanks dat ook in die gebieden de stikstofbelasting zal afnemen, naar verwachting stikstof nog wel de beperkende factor blijven voor de instandhoudingsdoelen en zullen knelpunten de komende periode blijven bestaan, zo schrijft de minister in de Kamerbrief. In die gevallen zullen de provincies zelf waar mogelijk aanvullende maatregelen moeten nemen om ruimte te creëren voor vergunningverlening.
De regering heeft verschillende stikstofmaatregelen uitgewerkt voor de melkveehouderij. Naast de eerder aangekondigde verlaging van het ruw eiwit in brok, is het de ambitie om het aantal uren weidegang te verhogen. Ook wil het kabinet het verdunnen van drijfmest stimuleren met een investeringssubsidie voor de opvang van regenwater. Daarnaast worden de emissienormen aangescherpt. voor nieuwe stallen, maar ook renovatieprojecten.
Artikel is van Stefan Buning, redacteur bij 'Agrio'. Afkomstig van vee-en-gewas.nl.