Dierrecht vervalt niet na extern salderen
Het kabinet gaat geen dierrechten afnemen van veebedrijven die worden opgekocht door andere bedrijven.
Er zullen wel randvoorwaarden worden uitgewerkt, om te voorkomen dat er ‘ongecontroleerde opkoop van veehouderijbedrijven’ door private partijen zal plaats hebben. ‘Hierdoor blijft het platteland ook leefbaar’, aldus het kabinet in een brief aan de Tweede Kamer. De randvoorwaarden voor extern salderen worden in overleg tussen provincies en rijk uitgewerkt. Daarbij denkt het kabinet aan voorwaarden bij de vergunningafgifte voor de nieuwe activiteiten waarvoor de stikstofruimte wordt gebruikt. De eerder aangekondigde wijziging van de Meststoffenwet gaat niet door. Die wijziging zou nodig zou zijn om te voorkomen dat niet-landbouwbedrijven ongebreideld veehouderijbedrijven opkopen voor stikstofruimte.
Kabinetsbrief in het kort
► € 172 miljoen voor innovatie en verduurzaming van stallen
► € 350 miljoen voor gerichte vrijwillige opkoop van veehouderij
► Alle aanmeldingen sanering varkenshouderij worden gehonoreerd
► Fonds voor omschakeling naar kringlooplandbouw
► Rijksgrond (Staatsbosbeheer, Rijksvastgoedbedrijf) komt beschikbaar voor de landbouw
► Bij opkoop door Rijk vervallen dierrechten (productierechten)
► Als fosfaatplafond in aantal dierrechten is bereikt, zullen weer rechten worden uitgegeven
► Bij extern salderen (opkoop door andere bedrijven) zijn dierrechten vrij verhandelbaar
► Ongecontroleerd opkoop van veehouderijbedrijven wordt voorkomen
► Verleasen latente ruimte wordt mogelijk
► Geen vergunningplicht beweiden en bemesten
Minister Schouten zegt niet te weten wanneer de eerste bedrijven zullen worden opgekocht. Ze geeft aan dat dat een proces is waarbij boeren de tijd nemen en krijgen. Van belang vindt ze dat het om een vrijwillige regeling is. Hoeveel bedrijven kunnen worden opgekocht met het beschikbare geld kan Schouten niet aangeven. Ook omdat er van de provincies een bijdrage wordt verwacht. Over de bijdrage van de provincies zijn nog geen afspraken gemaakt.
Het kabinet wil voorkomen dat er te veel dierrechten uit de markt verdwijnen. Dierrechten van bedrijven die stikstofruimte verkopen aan andere bedrijven (extern salderen), blijven op de markt en beschikbaar voor de veehouderij. Bij opkoop door de overheid (Rijk en provincies) zullen de productierechten wel worden ingenomen en geschrapt.
Het kabinet heeft opnieuw bevestigd dat er geen vergunningplicht komt voor beweiden en bemesten.
Rechten van bedrijven die door de overheid worden opgekocht, vervallen. Als het aantal fosfaatrechten onder het fosfaatplafond komt, zal het kabinet bekijken hoe rechten gericht kunnen worden ingezet aan bedrijven die extensiveren of omschakelen naar kringlooplandbouw.
Het wordt mogelijk latente ruimte binnen de bestaande vergunning te verleasen. In de provincies worden regiobijeenkomsten georganiseerd om boeren duidelijkheid te geven over de kabinetsplannen die vrijdag 7 februari bekend zijn gemaakt. Bedrijfscoaches kunnen boeren helpen en begeleiden bij de keuzes waarvoor te staan. De regiobijeenkomsten zijn bedoeld om boeren goed te informeren en te helpen bij het maken van keuzes voor de juiste financiële regelingen en instrumenten.
Het kabinet trekt tenminste € 512 miljoen uit voor gerichte opkoop van bedrijven (€ 350 miljoen) en voor innovatie en verduurzaming van stallen (€ 172 miljoen). Er komt mogelijk extra geld bij de warme sanering van de varkenshouderij, zodat alle aanmeldingen die aan de voorwaarden voldoen kunnen worden gehonoreerd.
Dat zijn hoofdpunten van de kabinetsbrief, die vrijdag is vastgesteld. Landbouwminister Schouten zei dat zij met deze brief meer duidelijkheid wil geven over de toekomst van boeren. “Dat is hét gesprek aan veel keukentafels. En niet alleen vanwege de stikstofproblematiek. Sommige boeren willen stoppen, sommige willen door. Het kabinet wil beide mogelijk maken”, aldus Schouten.
De minister kondigt aan dat er omschakelfonds komt die is bedoeld voor boeren die willen extensiveren en meer grondgebonden willen werken. Dat fonds is bedoeld om financieringsproblemen te voorkomen of op te lossen. Bij de ontwikkeling van het fonds praat de minister met verschillende partijen in de sector. Zij hoopt daarover voor de zomer meer duidelijkheid te kunnen geven.
Voor de extensivering komt ook rijksgrond beschikbaar van Staatsbosbeheer en Rijksvastgoedbeheer. Grond van bedrijven die worden opgekocht of verplaatst, zal zo mogelijk ook weer voor de landbouw beschikbaar komen.
Zoals al eerder bekend werd, zullen alle varkenshouders, die zich hebben gemeld voor de warme sanering, in principe de mogelijkheid krijgen daaraan mee te doen. Als daar extra geld voor nodig is, boven de al beschikbare € 180 miljoen, zal het kabinet dat geld ervoor uittrekken. De sanering van de varkenshouderij zorgt ervoor dat omwonenden minder overlast ervaren, maar ook dat de stikstofneerslag op natuur vermindert.
Artikel is van Jan Braakman, parlementair verslaggever 'Boerderij'. Afkomstig van boerderij.nl.
Voortgang stikstofproblematiek: landbouw en gebiedsgerichte aanpak
Op 7 februari 2020 is een nieuwe Kamerbrief over de voortgang van de stikstofproblematiek gestuurd. Deze Kamerbrief gaat over maatregelen in de landbouw en een verdere impuls van de gebiedsgerichte aanpak. De Kamerbrief bevat ook enkele gewijzigde inzichten.
De belangrijkste punten uit de Kamerbrief van 7 februari 2020 zijn naar mijn mening de volgende:
Hieronder volgen de hoofdlijnen van de Kamerbrief.
In de landbouw komen er maatregelen voor stoppers en voor blijvers.
Voor stoppers wordt € 350 miljoen beschikbaar gesteld vanuit het Rijk. Dit bedrag is bedoeld om veehouders die willen stoppen gericht op te kopen. Dit is onderdeel van het gebiedsproces.
Voor blijvers wordt € 172 miljoen beschikbaar gesteld. Dit bedrag is bedoeld voor innovatieve, brongerichte verduurzaming van stallen.
Om de innovatieve, brongerichte verduurzaming van stallen te ondersteunen, wordt het ontwikkelen van nieuwe technieken gestimuleerd. Het gaat om technieken die alle schadelijke emissies in samenhang en brongericht reduceren en in de kringloop houden. Bovenop deze technieken kunnen innovatieve end of pipe technieken worden gebruikt. Deze mogen het risico op stalbranden echter niet vergroten en geen negatieve consequenties hebben voor dierenwelzijn.
Om investeringen in nieuwe technieken mogelijk te maken, wordt een subsidieregeling geopend. Het betreft de Subsidiemodules brongerichte verduurzaming stal- en managementmaatregelen (Sbv). Deze subsidieregeling bestaat uit twee subsidiemodules.
De innovatiemodule wordt naar verwachting in april 2020 opengesteld. De investeringsmodule is eind mei/juni 2020 voorzien.
Om innovatie te versnellen, werkt het kabinet ook aan meer ruimte in de regelgeving. Hiervoor wordt onder andere een wijziging van de Regeling ammoniak en veehouderij voorbereid. Ook wordt er een Taskforce Versnelling Innovatieproces ingesteld.
Er wordt gewerkt aan verschillende maatregelen voor de landbouw, waaronder de volgende.
Extensivering, verplaatsing en minnelijke verwerving van veehouderijen vinden plaats in de gebiedsprocessen.
Andere perspectiefvolle maatregelen die het kabinet ziet, betreffen het verminderen van eiwit in het voer (wat mogelijk is op grond van de Spoedwet aanpak stikstof), het vergroten van weidegang en het emissiearmer uitrijden van mest. Deze maatregelen zijn gericht op de melkveehouderij. In de varkenshouderij en de pluimveehouderij is het verminderen van eiwit in het voer ingrijpender. Bovendien zijn in deze sectoren de afgelopen jaren ook al stappen gezet.
Voor de varkenshouderij is het Programma Vitale Varkenshouderij het uitgangspunt voor de stikstofaanpak. Hierin neemt de sector ambitieuze maatregelen die leiden tot een forse reductie van ammoniak. Daarnaast zal de ammoniakemissie in de varkenshouderij fors afnemen door de Subsidieregeling sanering varkenshouderij. Het kabinet wil de ontvangen aanvragen van varkenshouderijen die aan de eisen voldoen honoreren.
De stikstofruimte die vrijkomt bij het opkopen van veehouderijen, wordt in samenwerking met provincies ingezet. De stikstofruimte kan worden gebruikt voor:
Eerder heeft de minister aangekondigd dat extern salderen met veehouderijen pas mogelijk is nadat de Meststoffenwet daartoe is gewijzigd. Bij verkoop van ammoniakrechten ten behoeve van extern salderen zouden namelijk de bijbehorende productierechten (dier- en/of fosfaatrechten) worden ingenomen.
Hiervan wordt nu afgezien. Bij verkoop van ammoniakrechten door private partijen worden de bijbehorende productierechten niet ingenomen. Productierechten zijn dan nog vrij verhandelbaar en kunnen worden gebruikt door een veehouder die hiervoor emissieruimte heeft in zijn natuurvergunning.
Als de overheid veehouderijen opkoopt, zullen de bijbehorende productierechten wel worden ingenomen en doorgehaald.
Extern salderen met veehouderijen moet op korte termijn gestart kunnen worden. Ongerichte en ongecontroleerde opkoop van veehouderijen moet hierbij worden voorkomen. Daarom zal extern salderen plaats moeten vinden binnen de gebiedsgerichte aanpak.
Op die manier kan vrijkomende stikstofruimte ook effectief worden ingezet. Een initiatiefnemer moet de depositie die hij veroorzaakt, op ieder gebied (ieder hexagoon) mitigeren. Om dat te bereiken via het opkopen van bedrijven zullen in veel gevallen meerdere bedrijven moeten worden opgekocht, terwijl een initiatiefnemer per bedrijf vaak lang niet alle vrijkomende stikstofruimte nodig heeft. Daarom is het effectiever om benodigde en vrijkomende ruimte met elkaar te verbinden als onderdeel van het gebiedsproces. Provincies hebben daarin een sturende rol.
De minister zet zich ervoor in om verleasen mogelijk te maken. Een ondernemer kan een deel van zijn niet benutte stikstofruimte in zijn vergunning op tijdelijke basis beschikbaar stellen aan een andere initiatiefnemer (privaat, publiek). Het verleasen van stikstofruimte kan alleen aan activiteiten die tijdelijk stikstofdepositie veroorzaken en niet aan activiteiten die permanent stikstofdepositie veroorzaken.
Voor verleasen gelden vergelijkbare eisen als voor extern salderen. Dit betekent dat:
Hierbij moet wel gegarandeerd worden dat de verleasde ruimte niet dubbel wordt gebruikt. Dit kan bijvoorbeeld gedaan worden door dit vast te leggen in een overeenkomst. Die overeenkomst wordt dan overgelegd bij de aanvraag van de natuurvergunning door de initiatiefnemer die stikstofruimte nodig heeft.
Overeenkomstig het advies ‘Bemesten en beweiden in 2020’ heeft de minister met de provincies afgesproken om beweiden en bemesten niet vergunningsplichtig te maken. Hierop kunnen enkele uitzonderingen bestaan, bijvoorbeeld als het grondgebruik structureel is veranderd. Deze uitzonderingen zullen in beeld worden gebracht.
De komende periode staan in ieder geval de volgende punten nog op de ‘stikstofagenda’:
Artikel is van Franca Damen, advocaat Damen Legal. Afkomstig van francadamen.com.